rieëndertiggdeken Blog

Mijn drieëndertigste wollen wade 

10 november 2024

 

Het zal in 2016 geweest zijn dat mijn zus mij vroeg of ik wel een wade wilde maken voor haar man, mijn zwager. Mijn antwoord was ‘ja’. Zo’n wade werd immers van stof gemaakt en dat is als textielkunstenaar mijn dagelijks werk.

Op dat moment was het enige dat ik wist dat het dekens waren. Van grootte en de verschillende mogelijkheden wist ik nog niets. Nu is het 2024, we zijn dus acht jaar verder. Ik weet inmiddels wel hoe groot die dekens moeten zijn. Ik weet welke materialen ik moet gebruiken. Het was een hele reis. Ik neem jullie mee op mijn ontdekkingsreis.

Mijn eerste zoektocht leerde me dat waden een groot formaat moesten hebben, omdat het hele lichaam bedekt moet kunnen worden. Er moeten natuurlijk materialen gebruikt worden, dus katoen, linnen, wol of zijde. Omdat ik in 2016 voornamelijk werkte met katoen, wilde ik voor mijn zwager een mooie katoenen patchwork deken maken. Het formaat voor een wade, minstens twee bij drie meter, was geen probleem. Maar toen mijn zus haar vraag in 2017 herhaalde, bleek dat ze haar zinnen had gezet op een wade van wol. Vervilte wol.

Vilten was voor mij niet nieuw, maar de grootte van een deken was wel nieuw. Ik besloot het experiment aan te gaan. Mijn zus en ik gingen samen naar een groothandel, waar we naaldvlies en lontwol uitzochten in prachtige paarse kleuren. Ik kon aan mijn eerste wade beginnen. Op het effen paarse naaldvlies heb ik golvende patronen aangebracht, organische vormen in verschillende paarstinten. De deken kreeg vorm onder mijn handen. Het vervilten werd een succes. De deken was prachtig effen paars aan de binnenkant met golven aan de buitenkant. Mijn zus was er zo blij mee, dat ze er zelf ook een wilde hebben, maar dan in blauwgroene tinten. Dat werd mijn tweede wade.

Ik had de smaak te pakken. Het enige wat ik nog niet helemaal onder controle had, was het formaat, want de eerste deken bleek veel minder te krimpen dan voorspeld. Nu, acht jaar en drieëndertig wollen dekens jaar verder, heb ik dat zo’n beetje onder controle. Toch is elke deken nog steeds een nieuwe uitdaging. Want ik weet nooit helemaal precies wat er zal gebeuren: elk schaap is anders, elk schaap heeft eigen wol die op zijn eigen manier reageert. Wol is een natuurlijk materiaal, dat vraagt een experimentele inslag. Elke wollen wade is dan ook anders dan de vorige. Net als de tweede wollen wade en de drieëndertigste: ze zijn allebei blauwgroen, maar de golven verschillen en de tinten zijn anders. Net als water: nooit gelijk.